10:

B.

Alle boompjes die zijn ontstaan zijn resistent. Als het gen niet dominant en niet homozygoot was zaten er altijd wel een paar tussen die niet resistent waren. 

39:

A.

Alle erwten worden geel máár worden gemaakt door geel én groen.

Geel is hier dus dominant. Er wordt dus dominant overgeërfd.

1- 2014-1:

Q/ Persoon 3

De Romeinse neus is autosomaal en dominant over een rechte neus. Charlene heeft een dominant kenmerk. Dat zou alleen kunnen als zij op z'n minst één van haar ouders en één van haar grootouders het dominante kenmerk ook hebben.

In stamboom P is dat niet zo en in stamboom Q wel.

Charlene heeft het dominante kenmerk en zij is dochter #3.

1:

4:

5:

6:

9:

10:

PKU is een recessieve aandoening: ff.

Als iemand heterozygoot is, heeft diegene het genotype: Ff en is dus alleen drager.

Ze hebben gen F niet en fenylalaline zal zich niet omzetten tot fenylketonzuur.

11: